stripte af
- Geluid: stripte af (hulp, bestand)
- strip·te af
vervoeging van |
---|
afstrippen |
stripte af
- enkelvoud verleden tijd van afstrippen
- Ik stripte af.
- Jij stripte af.
- Hij, zij, het stripte af.
- Ik stripte af.
vervoeging van |
---|
afstrippen |
stripte af