stolte
- stol·te
- bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van stolt
stolte, mv
- onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van stolt
- stol·te
Naar frequentie | 1919 |
---|
- bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van stolt
stolte, mv
- onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van stolt
stolte
- verleden tijd van stolte
- stol·te
- bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van stolt
stolte, mv
- onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van stolt
stolte
- verleden tijd van stolte