• stol·te

stolte, g / o

  1. bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van stolt

stolte, mv

  1. onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van stolt


  • stol·te
Naar frequentie 1919

stolte, m / v / o

  1. bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van stolt

stolte, mv

  1. onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van stolt

stolte

  1. verleden tijd van stolte


  • stol·te

stolte, m /v / o

  1. bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van stolt

stolte, mv

  1. onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van stolt

stolte

  1. verleden tijd van stolte