Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stil·zwe·gen

Werkwoord

vervoeging van
stilzwijgen

stilzwegen

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van stilzwijgen
    • ...dat wij stilzwegen. 
    • ...dat jullie stilzwegen. 
    • ...dat zij stilzwegen.