schoffeert
- Geluid: schoffeert (hulp, bestand)
- schof·feert
vervoeging van |
---|
schofferen |
schoffeert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schofferen
- Jij schoffeert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schofferen
- Hij schoffeert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van schofferen
- Schoffeert!