scalpeerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: scalpeerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- scal·peer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
scalperen |
scalpeerde
- enkelvoud verleden tijd van scalperen
- Ik scalpeerde.
- Jij scalpeerde.
- Hij, zij, het scalpeerde.
- Ik scalpeerde.