• scal·peer
vervoeging van
scalperen

scalpeer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van scalperen
    • Ik scalpeer. 
  2. gebiedende wijs van scalperen
    • Scalpeer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van scalperen
    • Scalpeer je?