vervoeging van
salir

salissiez

  1. tweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (indicatif imparfait) van salir
  2. tweede persoon meervoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van salir
  3. tweede persoon meervoud aanvoegende wijs (subjonctif imparfait) van salir