• sa·la·ten
Naar frequentie 19946

salaten, g

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van salat


  • sa·la·ten
Naar frequentie 11437

salaten, m

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van salat


  • sa·la·ten

salaten, m

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van salat