rondsnuffelden
- rond·snuf·fel·den
vervoeging van |
---|
rondsnuffelen |
rondsnuffelden
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van rondsnuffelen
- ...dat wij rondsnuffelden.
- ...dat jullie rondsnuffelden.
- ...dat zij rondsnuffelden.
- ...dat wij rondsnuffelden.
vervoeging van |
---|
rondsnuffelen |
rondsnuffelden