richtingaanwijzerschakelaartje

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rich·ting·aan·wij·zer·scha·ke·laar·tje

Zelfstandig naamwoord

het richtingaanwijzerschakelaartjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord richtingaanwijzerschakelaar