Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • re·de·twist·te

Werkwoord

vervoeging van
redetwisten

redetwistte

  1. enkelvoud verleden tijd van redetwisten
    • Ik redetwistte. 
    • Jij redetwistte. 
    • Hij, zij, het redetwistte.