recuestes
vervoeging van |
---|
recostar |
recuestes
- aanvoegende wijs tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van recostar
- gebiedende wijs (ontkennend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van recostar
vervoeging van |
---|
recostarse |
recuestes
- aanvoegende wijs tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van recostarse
- gebiedende wijs (ontkennend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van recostarse
vervoeging van |
---|
recuestar |
recuestes
- aanvoegende wijs tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van recuestar
- gebiedende wijs (ontkennend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van recuestar
- recuestes in: Diccionario de la lengua española, 23e druk, op website: Real academia española