Spaans

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
recocer
recocía
recocido
volledig

Werkwoord

recocer overgankelijk (palindroom)

  1. opnieuw koken
  2. laten doorkoken
  3. (techniek), uitgloeien
    «recocer el acero»
    het ijzer uitgloeien