Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rechts·klik·te

Werkwoord

vervoeging van
rechtsklikken

rechtsklikte

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van rechtsklikken
    • ... dat ik rechtsklikte. 
    • ... dat jij rechtsklikte. 
    • ... dat hij, zij, het rechtsklikte.