råvarer

Deens

Woordafbreking

• rå·va·rer

Zelfstandig naamwoord

råvarer, mv

1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van råvare

Noors

Woordafbreking

• rå·va·rer

Naar frequentie	44414

Zelfstandig naamwoord

råvarer, mv

1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van råvare

Nynorsk

Woordafbreking

• rå·va·rer

Zelfstandig naamwoord

råvarer, mv

1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van råvare