quotiseerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: quotiseerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- quo·ti·seer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
quotiseren |
quotiseerde
- enkelvoud verleden tijd van quotiseren
- Ik quotiseerde.
- Jij quotiseerde.
- Hij, zij, het quotiseerde.
- Ik quotiseerde.