protegeert
- Geluid: protegeert (hulp, bestand)
- pro·te·geert
vervoeging van |
---|
protegeren |
protegeert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van protegeren
- Jij protegeert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van protegeren
- Hij protegeert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van protegeren
- Protegeert!