prostitueert
- pros·ti·tu·eert
vervoeging van |
---|
prostitueren |
prostitueert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van prostitueren
- Jij prostitueert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van prostitueren
- Hij prostitueert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van prostitueren
- Prostitueert!