Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • poorst

Werkwoord

vervoeging van
poorsen

poorst

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van poorsen
    • Jij poorst. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van poorsen
    • Hij poorst. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van poorsen
    • Poorst!