polychromeer
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- po·ly·chro·meer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
polychromeren |
polychromeer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van polychromeren
- Ik polychromeer.
- gebiedende wijs van polychromeren
- Polychromeer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van polychromeren
- Polychromeer je?