Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • po·ly·chro·meer

Werkwoord

vervoeging van
polychromeren

polychromeer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van polychromeren
    • Ik polychromeer. 
  2. gebiedende wijs van polychromeren
    • Polychromeer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van polychromeren
    • Polychromeer je?