Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • plat·drukt

Werkwoord

vervoeging van
platdrukken

platdrukt

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van platdrukken
    • ... dat jij platdrukt. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van platdrukken
    • ... dat hij platdrukt.