Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pink·oogt

Werkwoord

vervoeging van
pinkogen

pinkoogt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pinkogen
    • Jij pinkoogt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pinkogen
    • Hij pinkoogt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van pinkogen
    • Pinkoogt!