pinkoogde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pink·oog·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
pinkogen |
pinkoogde
- enkelvoud verleden tijd van pinkogen
- Ik pinkoogde.
- Jij pinkoogde.
- Hij, zij, het pinkoogde.
- Ik pinkoogde.
vervoeging van |
---|
pinkogen |
pinkoogde