• pink·oog
vervoeging van
pinkogen

pinkoog

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pinkogen
    • Ik pinkoog. 
  2. gebiedende wijs van pinkogen
    • Pinkoog! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pinkogen
    • Pinkoog je?