• pep·ti·seer
vervoeging van
peptiseren

peptiseer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van peptiseren
    • Ik peptiseer. 
  2. gebiedende wijs van peptiseren
    • Peptiseer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van peptiseren
    • Peptiseer je?