peptiseer
- pep·ti·seer
vervoeging van |
---|
peptiseren |
peptiseer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van peptiseren
- Ik peptiseer.
- gebiedende wijs van peptiseren
- Peptiseer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van peptiseren
- Peptiseer je?