• pe·da·leert
vervoeging van
pedaleren

pedaleert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pedaleren
    • Jij pedaleert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pedaleren
    • Hij pedaleert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van pedaleren
    • Pedaleert!