vervoeging van
parler

parle

  1. eerste en derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van parler
  2. eerste en derde persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van parler
  3. tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs (impératif présent) van parler


vervoeging van
parlar

parle

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van parlar
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van parlar
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van parlar