pakka
- pak·ka
Naar frequentie | 12244 |
---|
pakka
- [1-2]: pakket
pakka, mv
- bepaalde vorm nominatief meervoud van pakk
pakka, v
- bepaalde vorm nominatief enkelvoud van pakke
- pak·ka
pakka
- onbepaalde wijs, tweede vorm naast pakke, zie aldaar
pakka
pakka
- gebiedende wijs van pakka
pakka
pakka
- gebiedende wijs van pakke
pakka, o
- bepaalde vorm nominatief enkelvoud van pakk
pakka
- verouderde spelling of vorm van pakke tot 2012
pakka, v
- bepaalde vorm nominatief enkelvoud van pakke