• ozo·ni·seert
vervoeging van
ozoniseren

ozoniseert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ozoniseren
    • Jij ozoniseert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ozoniseren
    • Hij ozoniseert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van ozoniseren
    • Ozoniseert!