oververzadigt
- over·ver·za·digt
vervoeging van |
---|
oververzadigen |
oververzadigt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oververzadigen
- Jij oververzadigt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oververzadigen
- Hij oververzadigt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van oververzadigen
- Oververzadigt!