Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • over·man·de

Werkwoord

vervoeging van
overmannen

overmande

  1. enkelvoud verleden tijd van overmannen
    • Ik overmande. 
    • Jij overmande. 
    • Hij, zij, het overmande. 
  2. verbogen vorm van overmand, voltooid deelwoord van overmannen