vervoeging van
ouvrir

ouvre

  1. eerste en derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van ouvrir
  2. eerste en derde persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van ouvrir
  3. tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs (impératif présent) van ouvrir
vervoeging van
ouvrer

ouvre

  1. eerste en derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van ouvrer
  2. eerste en derde persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van ouvrer
  3. tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs (impératif présent) van ouvrer