• or·det
Naar frequentie 1704

ordet, o

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van ord


  • or·det
Naar frequentie 1230

ordet, o

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van ord


  • or·det

ordet, o

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van ord


  • or·det

ordet, o

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van ord