opentrokken
- Geluid: opentrokken (hulp, bestand)
- open·trok·ken
vervoeging van |
---|
opentrekken |
opentrokken
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van opentrekken
- ...dat wij opentrokken.
- ...dat jullie opentrokken.
- ...dat zij opentrokken.
- ...dat wij opentrokken.