ontzoutten

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  ontzoutten    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ont·zout·ten

Werkwoord

vervoeging van
ontzouten

ontzoutten

1. meervoud verleden tijd van ontzouten
   

   • Wij ontzoutten. 
     
   • Jullie ontzoutten. 
     
   • Zij ontzoutten.