onroerendgoedzeepbelletjes

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·roe·rend·goed·zeep·bel·le·tjes

Zelfstandig naamwoord

de onroerendgoedzeepbelletjesmv

  1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord onroerendgoedzeepbel