Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·do·de

Bijvoeglijk naamwoord

ondode

  1. verbogen vorm van de stellende trap van ondood

Gangbaarheid

47 % van de Nederlanders;
52 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be