onbevooroordeelder

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  onbevooroordeelder    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• on·be·voor·oor·deel·der

Bijvoeglijk naamwoord

onbevooroordeelder

1. onverbogen vorm van de vergrotende trap van onbevooroordeeld

Gangbaarheid

• Het woord onbevooroordeelder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.