omwaait
- om·waait
vervoeging van |
---|
omwaaien |
omwaait
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omwaaien
- ... dat jij omwaait.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omwaaien
- ... dat hij omwaait.
vervoeging van |
---|
omwaaien |
omwaait