enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  nuit     la nuit     nuits     les nuits  

nuit v

  1. nacht
vervoeging van
nuire

nuit

  1. eerste en derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van nuire
  2. eerste en derde persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van nuire
  3. tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs (impératif présent) van nuire

nuit

  1. voltooid deelwoord (participe passé) van nuire