nublarse
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
nublarse |
nublaba |
nublado |
volledig |
nublarse
- (meteorologie), betrekken, bewolkt worden
- vertroebeld worden, schemerig worden
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
nublarse |
nublaba |
nublado |
volledig |
nublarse