Deens

Woordafbreking
  • mi·nus·gra·ders

Zelfstandig naamwoord

minusgraders, mv

  1. onbepaalde vorm genitief meervoud van minusgrad


Noors

Woordafbreking
  • mi·nus·gra·ders
Naar frequentie > 50000

Zelfstandig naamwoord

minusgraders, mv

  1. onbepaalde vorm genitief meervoud van minusgrad