• mø·da
Naar frequentie > 50000

møda, v

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van møde


  • mø·da

møde

  1. onbepaalde wijs, tweede vorm naast møde, zie aldaar

møda, v

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van møde

møda

  1. verouderde spelling of vorm van møde tot 2012
(verouderd) onbepaalde vorm nominatief enkelvoud van møde, v