Deens

Woordafbreking
  • li·tur·gis·ke

Bijvoeglijk naamwoord

liturgiske, g / o

  1. bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van liturgisk

liturgiske, mv

  1. onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van liturgisk


Noors

Woordafbreking
  • li·tur·gis·ke
Naar frequentie > 50000

Bijvoeglijk naamwoord

liturgiske, m / v / o

  1. bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van liturgisk

liturgiske, mv

  1. onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van liturgisk


Nynorsk

Woordafbreking
  • li·tur·gis·ke

Bijvoeglijk naamwoord

liturgiske, m /v / o

  1. bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van liturgisk

liturgiske, mv

  1. onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van liturgisk