• lem·pa
Naar frequentie > 50000

lempa

  1. verleden tijd van lempe
  2. voltooid deelwoord van lempe
  • lempa på
  • lempa seg etter


  • lem·pa

lempa

  1. onbepaalde wijs, tweede vorm naast lempe, zie aldaar

lempa

  1. verleden tijd van lempa
  2. voltooid deelwoord van lempa

lempa

  1. gebiedende wijs van lempa
  • lempa på
  • lempa seg etter

lempa

  1. verleden tijd van lempe
  2. voltooid deelwoord van lempe

lempa

  1. gebiedende wijs van lempe
  • lempa på
  • lempa seg etter

lempa, v

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van lempe