leegschonken
- leeg·schon·ken
vervoeging van |
---|
leegschenken |
leegschonken
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van leegschenken
- ...dat wij leegschonken.
- ...dat jullie leegschonken.
- ...dat zij leegschonken.
- ...dat wij leegschonken.
vervoeging van |
---|
leegschenken |
leegschonken