las terug
- las te·rug
vervoeging van |
---|
teruglezen |
las terug
- enkelvoud verleden tijd van teruglezen
- Ik las terug.
- Jij las terug.
- Hij, zij, het las terug.
- Ik las terug.
- Het woord las terug staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.