lag achterover
- lag ach·ter·over
vervoeging van |
---|
achteroverliggen |
lag achterover
- enkelvoud verleden tijd van achteroverliggen
- Ik lag achterover.
- Jij lag achterover.
- Hij, zij, het lag achterover.
- Ik lag achterover.
vervoeging van |
---|
achteroverliggen |
lag achterover