komið

  1. onbepaald (zonder lidwoord) onzijdig enkelvoud van kominn

komið

  1. onbepaald (zonder lidwoord) onzijdig enkelvoud van kominn

komið

  1. sterke verbuiging tweede persoon meervoud tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van koma

komið

  1. sterke verbuiging tweede persoon meervoud tegenwoordige tijd aanvoegende wijs bedrijvende vorm van koma

komið

  1. sterke verbuiging meervoud gebiedende wijs bedrijvende vorm van koma

komið

  1. sterke verbuiging voltooid (verleden) deelwoord bedrijvende vorm van koma