Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • klonk aan·een

Werkwoord

vervoeging van
aaneenklinken

klonk aaneen

  1. enkelvoud verleden tijd van aaneenklinken
    • Ik klonk aaneen. 
    • Jij klonk aaneen. 
    • Hij, zij, het klonk aaneen.